NIEUWS CONTACT HISTORIA KALENDER OVER ONS FOTO ALBUM A/V CLIPS LINKS
HISTORIA
 

Het verhaal van CZESLAW KAJPUS

Czeslaw Kajpus is Pools staatsburger. Door oorlogsomstandigheden werd hij lid van een verzetsbeweging. Als gevolg daarvan werd hij op achttienjarige leeftijd levenslang verbannen naar Siberië. Om te vechten tegen Nazi Duitsland werd hij vrijgelaten en opgenomen in het Pools leger. Hij kwam terecht in de nieuwe Eerste Poolse Pantserdivisie onder leiding van Generaal Maczek. Na een intensieve opleiding werd hij officier. De eerste Poolse Pantserdivisie vocht tegen de Duitsers in Normandië, bevrijdde een gedeelte van België en Nederland en bezette samen met andere geallieerden voor een tijd het verslagen Duitsland. Czeslaw maakte het allemaal mee. Op de zegetocht door België kwam hij ook in Beveren terecht. Daar leerde hij zijn toekomstige echtgenote Simonne Waem kennen. Na de oorlog huwde hij met haar en kwam na de ontbinding van zijn legereenheid in Beveren wonen. Hij vond hier werk als elektrotechnieker in een alumunium bedrijf. In het bedrijf bracht hij het tot afdelingshoofd van de dienst elektrisch onderhoud. Het gezin Kajpus-Waem heeft vier kinderen. Ondertussen woont Czeslaw met zijn echtgenote nog steeds in Beveren in de Pastoor Steenssensstraat.

Onderstaande tabel is een samenvatting van de belangrijke gebeurtenissen met data en plaats uit zijn leven, met in het bijzonder zijn oorlogsverleden. Op de wereldkaart hiernaast is het traject getekend dat door Czeslaw is afgelegd. De nummers in de tabel verwijzen naar de plaatsen op de wereldkaart en of de kaart van Europa hiernaast. De gegevens werden gehaald uit het door hem geschreven boek “NON OMNIS MORIAR” (wat wil zeggen “niet iedereen sterft”). De gebeurtenissen tonen aan dat Czeslaw een echte “surviver” is.

 

Datum

Plaats

Omschrijving

 10/07/1921

Rowno (toen Polen nu Oekraïne)

Geboorte Czeslaw.

Als oudste groeide hij op in een gezin bestaande uit vijf jongens :Stanislaw, Thadeus, Jan, Jozef en Czeslaw.

De familie had het goed. Vader Kajpus had een aandeel in een grote Amerikaanse plantage.

 

 1926

Rowno

 

 

 

 

 

Sokal (toen Polen nu Oekraïne)

 Op vijfjarige leeftijd dronk Czeslaw van een fles spiritus. Resultaat : slokdarm en maag verbrand. Hij zweefde dagenlang tussen leven en dood. De kliniek slaagde er uiteindelijk in zijn leven te redden. Als diepgelovige vrouw had zijn moeder beloofd te ijveren hem in een kloosterorde te laten opnemen indien hij zou blijven leven. Hij zou dan ook later naar een seminarie gaan.

 

Czeslaw wordt leerling in een seminarie bij de Bernardijnen in Sokal.

 

 1/9/1939

 

 Duitsland valt Polen binnen en bezet het westelijk gedeelte van Polen

 

 

Rowno

Door het uitbreken van het conflict ging Czeslaw niet terug naar het seminarie maar volgde hij lessen aan het college in zijn geboortestad. Hij zou de humaniora volgen.

 

17/9/1939

 

Rusland valt Polen binnen en bezet het oostelijk gedeelte van Polen.

 

 

 

Als achttienjarige student sluit Czeslaw zich aan bij een verzetsbeweging. Hun groep bestond uit zes leden. Ze hielpen zoveel mogelijk Poolse soldaten, die in de bossen en moerassen verborgen zaten aan valse papieren die hen over de grens en naar de vrijheid in Frankrijk konden brengen.

 

16/3/1940

Rowno

De Russische geheime Staatspolitie deed een inval in de woning van het gezin Kajpus en er volgde een uitgebreide huiszoeking. Naast een aantal stempels en papieren vonden ze ook een tiental valse paspoorten. Czeslaw werd aangehouden en naar de gevangenis van Rowno gebracht. Daar volgde een lange reeks ondervragingen. Op het proces dat later volgde werd duidelijk dat er verraad in het spel was. Hij werd tot levenslange dwangarbeid veroordeeld. Dit betekende een verbanning naar Siberië. Een van de groep kreeg de doodstraf, anderen 15 of 20 jaar gevangenisstraf. 

 

Juli 1940

Op transport gezet (in totaal 4000 km)

Na vier maanden gevangenisstraf in Rowno werd Czeslaw samen met vele andere gevangenen op transport naar Siberië gezet. Dit transport via de trein gebeurde in extreem erbarmelijke omstandigheden.

 

 

Kiev (Oekraïne)

 

Odessa (Oekraïne)

 

Hier één maand verbleven, en dan terug op transport gezet naar Odessa

 
In Odessa aangekomen werden de gevangenen ondergebracht in selectiekampen. Czeslaw werd geselecteerd als politiek gevangene en zou afgevoerd worden naar een verbeteringskamp. Zij werden terug op transport gezet via Charkow en Moskou met als eindbestemming Kotlas.

 

Najaar 1940

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kotlas (Siberië)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In Kotlas waren ze in een verdeelkamp terecht gekomen. Op een bepaald moment vetrokken ze voor een lange barre voettocht naar een onbekende bestemming. Na urenlang stappen kwamen ze op een open terrein. Daar zouden de barakken komen om de gevangenen onder te brengen. Die barakken moesten ze nog wel zelf gaan bouwen. Het werd een dagelijkse verre mars van en naar de tijdelijke verblijfplaats tot de barakken klaar waren. De werk- en levensomstandigheden waren zeer erbarmelijk. De temperaturen waarbij er moest gewerkt worden bedroegen soms -40 tot -50°C

Vele gevangenen kwamen om

Voorjaar 1941

 

 

 

 

 

 

 

Uchtizmlag (Siberië)

 

 

 

 

 

 

Op een bepaald moment werden zij naar een ander kamp overgebracht waar zij bomen moesten omhakken voor de omheining van een fabriek in opbouw. Wegens onvoldoende en onaangepaste voeding kreeg  Czeslaw ernstige gezondheidsproblemen (begin van scheurbuik en blindedarmontsteking)  Aspirine was het enige geneesmiddel.

Ook hier kwamen vele gevangenen om. Met de hulp van medegevangenen is Czeslaw er terug bovenop geraakt.

Zomer 1941

 

 

Uchtizmlag (Siberië)

 

 

In het gebied brak er een muggenplaag uit. De muggen vielen je aan en maakten je gek met hun jeukende beten.

Na zijn herstelperiode werd Czeslaw in een laboratorium tewerkgesteld. Hij mocht er kachels aansteken en vloeren vegen. Een herenleventje in vergelijking met voordien

 

Voorjaar 1942

Kazakstan

Er word een verdrag gesloten tussen Engeland, Polen Rusland. De Russen zouden hun Poolse gevangenen vrijlaten met de bedoeling een Pools leger te vormen tegen Duitsland

Czeslaw en vele andere Poolse gevangenen werden terug op Transport gezet met als tussenhalte Kazakstan. Daar werkten zij een tijdlang in een Russische landbouwgemeenschap beter gekend als kolchoz. Ook tijdens deze periode waren de werk- en levensomstandigheden zeer ongunstig, zij het minder erg dan voordien

 

 

Krasnowock

Toen begon de rekrutering van het Poolse leger. Duizenden poolse jongens ontslagen uit de kampen, gekleed in vodden, de meesten zonder schoenen, trokken richting het zuiden. Trachtend een boot te bemachtigen die hen dichterbij Kujbijszew en Buzuluk zou brengen waar het hoofdkwartier was van het nieuwe Poolse leger in Rusland.

 

Met kamelen en alle mogelijke vervoermiddelen ging het dan richting  Krasnowock aan de Kaspische zee. Vandaar ging het dan per schip richting Iran.

 

10 dagen vóór Pasen 1942

Pahlevi (Iran)

 

 

 

 

 

 

 Teheran

Aankomst in Pahlevi in Iran, dat toen onder Engelse voogdij stond. Na de slavernij de vrijheid.  Toen gebeurde er iets zeer onwaarschijnlijks. Wandelend door de straten van de Iraanse stad ontmoette hij zijn broer Thadeus. Die vertelde dat ook hun broer Johnny hier was. Ook zij hadden in Siberië gezeten en de hel overleefd. Lang konden de broers niet samen blijven want zij moesten elk hun eenheid vervoegen. Johnny bij de bevoorrading, Thadeus bij de artillerie en Czeslaw moest een opleiding volgen voor officier in Teheran.

In de cadettenschool van Teheran begon de opleiding tot officier. Dit was een ware vakantie. De cadetten kregen de gelegenheid verschillende landen van het Midden-Oosten te bezoeken. Palestina, Syrië, Irak en Egypte en ze hebben ook gezwommen in het Suezkanaal.

 

Juli 1942

Vanuit Suez (Egypte) naar Durban (Zuid- Afrika) met het schip Mauritania

 

Vanuit Teheran waren de cadetten per auto naar Suez gebracht

Samen met 1800 Engelse soldaten en een companie Poolse cadetten, waaronder Czeslaw, gingen zij aan boord van het schip Mauritania. Het schip voer langs Madegascar naar Durban in Zuid-Afrika. Van daaruit ging het naar Pietersmaresburg.

 

 

Pietersmaresburg (Zuid-Afrika)

Hier volgden opnieuw twee maanden opleiding. Zingend trokken ze door de straten van de stad en zongen  het lied “It’s a long way to Tipperary”. Later vernamen ze dat Tipperary een klein plaatsje in Ierland was. Het klimaat hier in Zuid-Afrika was een hemel op aarde in vergelijking met dat van Siberië. Ze aten veel fruit en kregen goed te eten. Algauw herstelden ze van de doorstane ontberingen. De Tafelberg, de drukte van Kaapstad en het wild in de Nationale parken waren wonderen voor hen. De twee maanden opleiding gingen snel voorbij.

 

6/9/1942

Durban (Zuid-Afrika)

Inscheping in de Lakonia met als bestemming Engeland

In Durban werden ze ingescheept in het troepentransportschip Lakonia samen met Engelse en Zuidafrikaanse burgers. Aan boord bevonden zich ook 1200 Italiaanse krijgsgevangenen die naar Engeland werden gestuurd om te werken bij de boeren. De Polen zouden als bewakers fungeren van de Italianen die in de onderste ruimen werden ondergebracht. Zij als bewakers kregen een geweer en een bajonet maar geen kogels. Dit mochten de Italiaanse gevangenen natuurlijk niet weten. De Lakonia lichtte het anker in Durban met ongeveer 2800 mensen aan boord.

 

12/9/1942

Evenaar

Het drama van de Lakonia

De Lakonia werd getorpedeerd door de Duitse onderzeeër U-156. Bij de ontploffingen kwamen vele passagiers om. Vrouwen en kinderen gingen eerst in de reddingsboten. Voor vele anderen was er geen plaats meer in de reddingsboten.  Czeslaw en zijn vriend die over een reddingsvest beschikten probeerden het zinkende schip zo snel mogelijk te verlaten. Drijvend in het water en elkaar vasthoudend aan het reddingsvest spraken zij elkaar moed in. Ondertussen speelden zich rondom hen afschuwelijke taferelen af. Zij zagen het schip in de diepte verdwijnen. Ondertussen ook het geschreeuw om hulp van de Italianen. Een hele nacht en daaropvolgende dag dreven zij in het lauwe water rond met rondom hen niets dan lijken. Ondertussen was zijn vriend gekwetst geraakt door een beet van een haai of en stuk hout. Uiteindelijk werden zij door een reddingsboot van de Lakonia opgevist.

Op een bepaald ogenblik duikt de onderzeeër U-156 terug op. De U-156 pikte enkelen drenkelingen op. Toen de kapitein vernam dat aan boord van de Lakonia ook 1200 Italianen waren schrok hij waarschijnlijk (Italië was bondgenoot van Duitsland). Nu probeerde hij zoveel mogelijk overlevenden uit de zee op halen. Hij verwittigde zijn admiraal dat hij te plaatse bleef om zoveel mogelijk drenkelingen te redden. De admiraal stuurde nog twee andere onderzeeërs ter plaatse om te helpen. Ook de Franse autoriteiten van het Vichy regering stuurden het schip de Gloire ter plaatse. Ondertussen was Czeslaw en zijn vriend aan boord van de U-156. Op een bepaald ogenblik duikt een Amerikaanse Liberator (bommenwerper) op en deze begon de U-156 te bestoken. De bommen misten echter hun doel. Als gevolg van dit incident gaf de Duitse Admiraal  Dönitz de opdracht voortaan geen drenkelingen meer te redden.  Vanwege dit bevel werd hij later op het proces van Neurenberg beschuldigd van moord. Hij werd echter vrijgesproken omdat de Amerikanen het zelfde deden indien de eigen bemanning in gevaar was. Na verzorgd te zijn in de U-156 moesten de opgeviste drenkelingen terug plaats nemen in de reddingssloepen. De Duitse Kapitein deelde mee dat de reddingsboten door het Franse schip de Gloire  later zouden worden opgehaald. Wat ook gebeurde.

 

 

Het schip De Gloire voer  langs Dakar naar  Casablanca.

Op de het schip de Gloire werden de drenkelingen verder verzorgd en waren de levensomstandigheden aanvaardbaar.

 

November 1942

Sidi-Bel-Abbes

(Marokko)

Bij de ontscheping in Casablanca werd Czeslaw en zijn maats naar een kamp in Sidi-Bel-Abbes gevoerd. Dit kamp lag diep in de Sahara-woestijn. Zij werden bewaakt door Franse soldaten. Over omstandigheden in het kamp viel niet te klagen.  Het kamp werd in November 1942 door de Amerikanen bevrijd.  Czeslaw en zijn vrienden waren vrij. Niet lang daarna werden ze ingescheept en via Gibraltar bereikten ze Schotland.

 

Einde 1942

Edinburgh (Schotland)

In Schotland werd het nieuwe Poolse leger gevormd. De Polen werden onderbracht in tentenkampen. Zij moesten o.a. de kusten bewaken. Na drie maanden in primitieve levensomstandigheden werden zij overgebracht naar Blaigohrie.  DunsL-langton-Camp werd de nieuwe verblijfplaats. Nu begon er een periode scholing en herscholing. In het kamp verschenen de eerste tanks. Er werd kennis gemaakt met allerlei nieuwe wapens. Het besef groeide dat zij werden klaargestoomd voor de strijd. Van hieruit verhuisen zij naar Zuid-Engeland.

 

 

Zuid-Engeland Kirkubrighe

 

 

 

Kelso (Schotland)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 Londen

 

 

 

 

 Bridlington

 

 Londen

 

 

 

Hier bevond zich een schietstand voor tankwapens. Daar werden ze vertrouwd gemaakt met wapens van de Cruzaders. Er werden voortdurend grote oefeningen gehouden met de Engelsen en de Canadezen.

 

Ze verhuisden terug naar Schotland, naar een stadje Kelso aan de Tweed rivier.

Vier maanden geleden waren ze uit Schotland vertrokken. De ontvangst was ditmaal minder vriendelijk. De mensen waren bezorgd over het verloop van de oorlog en begrepen niet waarom de Polen terugkwamen. Door de vriendschappelijke benadering van de Polen werden zij terug aanvaard.

In Kelso werd Eerste Poolse Pantserdivisie uitgerust met Shermantanks. Dat betekende opnieuw studeren en oefenen.

Er volgden veel bezoeken van hoge militairen en politici. Men besefte dat er iets op til was.

Door een reorganisatie kwam Czeslaw in een militaire school in Londen terecht. De zeer strenge opleiding was gericht op de ervaring aan het front. Dat maakte van Czeslaw een volwaardig  cadet-officier. Uiteindelijk werd duidelijk dat ze zouden worden ingezet in Frankrijk.

Per trein verhuisden ze naar Bridlington

Opnieuw op de trein richting Londen. Daar gebeurde de troepenconcentratie. Ondertussen vond de landing op de Normandische kusten door de geallieerden plaats (6 juni 1944) . De landing verliep succesvol. Ondanks de stugge weerstand van de Duitsers vochten de geallieerde troepen zich bruggenhoofden op de stranden die de geschiedenis zijn ingegaan met de legendarische namen Sword, Juno, Gold, Omaha-Beach en Uta-Beach.

 

Einde juli 1944

Normandische Kust

In Ramsgate werdt de eerste Poolse Pantserdivisie ingescheept. Czeslaw en zijn eskadron gingen aan land in Courselles-sur-Mer. Daar verbleven zij enkele dagen om meerdere eskadrons samen te voegen en het materiaal na te zien voor de strijd. Daar werden zij toegesproken door Maarschalk Montgommery.

 

Augustus 1944

Caen

 

 

 

 

 

 

Falaise

 

 

 

 

 

 

 

 Grand-Mesnil

 

Het eerste contact met de vijand vond in Caen plaats. Engelsen en Canadezen hadden er reeds voordien zware gevechten geleverd. De Polen rukten op naar het centrum. Na langdurige gevechten en grote verliezen verliep de derde aanval succesvol. De bezetters werden uit hun stellingen verdreven. Die dag werden 21 tanks verloren.

Het regiment van Czeslaw had opdracht gekregen een bepaalde heuvel in de buurt van Falaise  in te nemen. Op een bepaald ogenblik waren zij omsingeld door de Duitsers waardoor de bevoorrading onderbroken werd.  De hevigste en bloedigste gevechten werden geleverd om de positie te behouden. Er speelden zich daar gruwelijke taferelen af. De gevechten rond Falaise waren geschiedenis geworden. Vele Polen verloren het leven. Bij degenen die het overleefden staat de slag van Falaise in het geheugen gegrift. Maar zij hadden gewonnen en de weg naar de bevrijding  van Frankrijk lag nu open. Vanaf nu werden de Duitsers weggedreven en achterna gezeten.

Hier konden de soldaten even terug tot rust komen. Terug volledige bevoorrading en goed eten. Lang duurde de rust niet want opnieuw maakten ze zich klaar de Duitsers verder terug te drijven. Ditmaal ging het richting België

 

6/9/1944

Poperinge

Op de middag van 6 september overschreden de Poolse jongens de Frans-Belgische grens. Even later reden ze Poperinge binnen. Vanaf nu zou de optocht van de eerste Poolse Pantserdivisie een ware optocht worden. Het onthaal van de bevrijders door de bevolking was onvergetelijk.

 

7/9/1944

Ieper

 

 

Hooglede

 

 

Roeselare

 

 

 

 

 

 Tielt

 

Aalter

 

 

 

Lokeren

 

Sint-Niklaas

Na Poperinge was Ieper aan de beurt. Hier was er nog hevige weerstand van de Duitsers maar werden uiteindelijk toch verslagen. Tot diep in de nacht werd feest gevierd.

In Hooglede werd de Poolse Pantserdivisie in hevige gevechten gewikkeld. Het was een kortstondig gevecht maar er waren veel doden en gekwetsten.

En alweer ging het verder met de bedoeling de vijand geen kans te geven zich te reorganiseren. Nu ging het richting Roeselare. Ook hier werden zware gevechten geleverd voor de bevrijding van de stad. Hier werden ook vele Duitse krijgsgevangenen gemaakt en ook veel oorlogsmateriaal viel in handen van de Polen. Hier kregen zij een paar uurtjes rust. Boeren uit de omgeving brachten melk, eieren en brood. En terug verder oprukken.

In Tielt werd terug hardnekkig weerstand geboden.

De opmars van de Polen werd even onderbroken in Aalter. Gehavende , maar nog strijdbare Duitse eenheden slaagden er in tijdig de overkant van het kanaal te bereiken. De ter hulp geroepen luchtmacht veegde uiteindelijk het pad schoon. Tegen de middag werd Aalter ingenomen. En weer ging het verder.

Hier werd praktisch geen weerstand geboden. De komst van Poolse tanks betekende hier echte bevrijding.

Na een korte rust ging het richting Sint-Niklaas

 

14/9/1944

Beveren

In de namiddag van 14 september 1944 kwam Czeslaw en zijn kameraden aan in Beveren. Het hoofdkwartier ging postvatten op de markt. Het eskadron van Czeslaw kreeg een bivak in de Elzestraat.  De bevrijders werden door een lachende en dansende menigte ingehaald.  Zij werden onder bloemen bedolven.

In de weide waar het eskadron van Czeslaw zich ophield leerde  hij tussen de tanks het nieuwsgierige meisje Simonne uit Beveren kennen. Simonne was toen amper 15.

Nog dezelfde avond nodigde hij haar uit om naar het station te komen omdat zij tegen dan daar onderbracht zouden zijn bij burgers. Czeslaw was ondergebracht bij landmeter Van de Vijver. Nog dezelfde avond maakt hij kennis met de ouders van Simonne.  Czeslaw bleef terugkomen en de vriendschap groeide uit tot liefde. Op een dag vroeg hij haar ten huwelijk.

 

17/9/1944

 

 

 

 

Verdere tweede helft van de maand september 1944

Kallo

 

 

 

 

Doel

Kieldrecht, Verreboek

Moerbeke

Stekene,

Hulst

Wachtebeke

Dendermonde

Boom

Merksplas

Oostmalle

Plots verschijnen vanuit Kallo Duitsers. Zij voerden een tegenaanval uit op de Polen. Direct terug grote ongerustheid onder de bevolking. Na enkele dagen werden de bezetters verslagen. En terug werden de terugtrekkende Duitsers achterna gezeten.

 

Vermelde gemeenten werden eveneens door de Polen bevrijd. Er dienden meerdere zwaardere gevechten gevoerd te worden. Er werden zware verliezen genoteerd zowel bij de Polen als bij de burgerbevolking.

 

 

 

 

De tunnels onder de Schelde waren opgeblazen en men rukte op via de links vermelde plaatsen.

 

Hier werden zes Poolse kanonnen buitgemaakt

 

27/10/1944

Alphen aan den Rijn

 

 

 

 

Breda

Nu werd richting Nederland opgerukt. Op 27 Oktober 1944 werd Alphen aan den Rijn bevrijd. De hoofdweg Tilburg Breda werd zo afgesneden.

De euforie bij de mensen was enorm bij het verschijnen van de geallieerde soldaten. De mensen moesten herhaaldelijk aangespoord worden tot voorzichtigheid omdat het gevaar voor de vijand nog niet geweken was.

Dan ging het richting Breda. Ook hier weer werd hevige tegenstand door de bezetter geboden. Veel Poolse soldaten verloren het leven. En weer werden ze verder op pad gestuurd.

 

1/11/1944

Het Markkanaal

En weer werden ze verder op pad gestuurd voor een gevaarlijke opdracht. Ditmaal ging het om een bruggenhoofd over het Markkanaal. Bij dit gevecht verloren veel Duitsers en Polen het leven. Ook de Poolse soldaten  waren zeer vertwijfeld geraakt. De ganse strijd staat bekend als “Het bloedige Allerheiligen”. Uiteindelijk viel de Duitse weerstand stil.

 

 

Gilze

 

 

 
 

Kapelsveer

Na de gevechten rond Breda en het Markkanaal kwam er even rust. Niet lang echter want ondertussen begon Hitler in de Ardennen aan zijn veelbesproken Von Rundstett offensief. In dat verband kregen Czeslaw en zijn maats een opdracht in Gilse toegewezen. Men verwachte daar een landing van Duitse parachutisten.

Ondertussen nog een opdracht in Kapelsveer. Tussendoor had Czeslaw drie dagen verlof gekregen en was hij het meisje dat hij in Beveren had leren kennen gaan bezoeken.  Gezien de vele hevige gevechten sinds zijn vertrek vanuit Beveren dacht  Simonne  Czeslaw nooit meer weer te zien. De vreugde was dan ook groot bij het weerzien. Na de drie dagen terug naar het front.

 

 

Remagen (Duitsland)

En eindelijk werd de droom waar: de vijand werd teruggedreven in eigen land. De intrede in Duitsland gebeurde via de brug van Remagen.

 

Begin april 1945

Emmel,

Ter Appel

Eems

Begin april krijg te Poolse legereenheid terug een opdracht in Holland. De hierna vermelde dorpen dienden nog bevrijd te worden. Bij Eems liep het bijna weer mis.

 

29/4/1945

Aschendorf, Papenburg

Oberlangen

Niederlangen

 

 

 

Boertange

 

 

 

 

 

 

Wilhelmshaven

Dan terug richting Duitsland.

 

Hier aangekomen staan zij plotseling voor een grote verrassing. Zij ontdekken twee kampen waar  1700 Poolse vrouwen opgeloten zitten. Zij waren na de opstand van Warschau gevangen genomen en naar hier gevoerd. De vreugde bij de Poolse vrouwen was enorm. Vele vrouwen waren erg onderkomen en werd een grote hulpactie op touw gezet.

En opnieuw gaat het verder. De vijand opjagen.

Hier worden terug zware gevechten gevoerd. De tank van Czeslaw gaat er terug aan. En voor de zoveelste keer komt hij er heelhuids af.

Verschillende kleine dorpen en steden worden veroverd. Hier ontmoeten ze burgers die blij zijn als ze soldaten zien verschijnen. Zes jaar van ontbering en bombardementen waren ook voor hen er te veel aan.

Het einde is in zicht. Czeslaw zijn legereenheid staat voor Wilhelmshaven. Maar toch terug hevige gevechten. Uiteindelijk geeft Wilhelmshaven zich over.

 

5/5/1945

Wilhelmshaven

Om 8 uur stipt is er “Staakt het vuren” . De oorlog is voorbij.

 

 

Herzlake

Het regiment van Czeslaw verhuisd naar dit dorp.

Duitsland wordt bezet door de geallieerden.

Slechts  weinig Polen wilden terugkeren naar Polen omdat Polen ondertussen onder communistisch bewind stond.  De meesten bleven in het westen en stichtten hier een gezin. Zo zijn er ook veel Polen in Vlaanderen gebleven waaronder ook Czeslaw.

Op de laatste dag van de oorlog sneuvelde zijn jongste broer Stanislaw. De andere broers kwamen behouden uit de strijd. Ook zij vonden een bestaan in Vlaanderen of in Engeland.

 

8/9/1945

Beveren

 Czeslaw en Simonne trouwen in de O-L-Vrouw kerk. Pastoor Steenssens zegende het huwelijk in. De ganse huwelijksplechtigheid verliep zeer vrolijk en feestelijk. De Commandant en vrienden van Czeslaw waren aanwezig. Ook heel wat Beverenaars namen deel aan de feestelijkheden.

 

10/9/1945

 

Amper twee dagen na het huwelijk vertrekt Czeslaw  terug naar zijn legereenheid dat deelneemt aan de bezetting van Duitsland.  Zijn echtgenote Simonne gaat met hem mee wat feitelijk niet toegelaten was. Dank zij valse papieren en een Pools legeruniform geraakte ze in zijn Duitsland in het kamp waar haar kersverse echtgenoot ondergebracht was.  Simonne getuigt dat zij daar de mooiste tijd van haar leven beleefde. Na de dagtaak was er altijd wat te doen. Dancings, cinema, verjaardagen en wandelen in de bossen.

 

1947

Beveren

Na het ontbinden van zijn legereenheid keert Czeslaw samen met zijn echtgenote terug naar Beveren om definitief te gaan wonen. Hij zocht en vond werk als elektrotechnicus in een aluminiumbedrijf. Het gezin Kajpus krijgt vier kinderen twee jongens en twee meisjes.

In het aluminiumbedrijf bracht hij het tot afdelingshoofd van de dienst Elektrisch onderhoud.

Tot op de dag van heden woont Czeslaw met zijn echtgenote Simonne nog steeds in Beveren in de Pastoor Steenssensstraat.

Czeslaw is nog steeds actief in vele verenigingen van Poolse oudstrijders.

Czeslaw kreeg meerdere Poolse en Belgische onderscheidingen.

Als waardering werd hij ontvangen door Paus Johannes Paulus II en de Poolse President Lech Walesa.

 

Herinnering

1ste Poolse Pantserdivsie.

Oudstrijders / Beverse medeburgers

 

 

 

 

 

DYMARKOWSKI Tadeusz –
22/12/1986

GORZKIEWICZ Stefan – 
12/05/1990

HOPCUS Tadeusz –
23/12/1970

JAGUSIAK Michal –
25/02/1994

JODLOWSKI Karol –
10/12/1989

KAJPUS Tadeusz –
10/12/2005

NOWAK Tomasz –
30/11/1975

 

ORBINSKI Stefan –
20/04/1980

SLIWA Jozef –
† 04/09/1993

STOLEK Jozef –
† 0
1/08/1997

SYNOWIEC Eugeniusc –
† 0
9/12/2000

URBANOVICZ Andrej –
22/01/2006

ZMIESKOL Konrad –
25/12/1986

 

TOP

   

 

     

       |   | Webdesign KlikService |